Het stond al lang op mijn to-do-lijst: een dagje snuffelen in de archieven in Rabat. En inmiddels ben ik er al meerdere keren terug geweest! Voor een amateur als ik, op zoek naar tekeningen, correspondentie of dossiers over alles wat met El Jadida tijdens het Franse protectoraat (1912-1956), te maken heeft, is het een bijzondere plek. Het grote archief uit die periode ligt in Nantes, waar onze vriend Damien directeur was, voordat hij bij het Institut Francais in El Jadida ging werken. En informatie over 'Mazagan' zoals El Jadida in die periode werd genoemd, blijft tot nu toe nog beperkt. Maar er liggen in Rabat ook andere zaken die gewoon leuk zijn om te bekijken. Zo bleek doos E0808 correspondentie te bevatten over het wel of niet toelaten van een protestantse 'temple' op de 'Place Djemaa El Fna', één van de bekendste pleinen ter wereld. Nog steeds een overweldigend plein, maar niet meer zo 'pittoresque' als in de jaren 20, toen de brieven uit doos E0808 werden geschreven.
Generaal Lyautey, de hoogste baas van het Franse protectoraat, had een vooruitziende blik. Marokko was tot 1900 redelijk onaangetast door westerse invloed. Meteen na zijn aanstelling in 1912 besluit Lyautey de oude steden en paleizen te beschermen en restaureren. Ze zijn een trekpleister voor rijke toeristen uit Europa die de 1000-en-1-nacht-sfeer zoeken (nog steeds een belangrijke drijfveer voor velen). Voor hen worden dure hotels gebouwd, zoals het Mamounia in Marrakesh. Ook Franse militairen en 'colons' hebben behoefte aan rust en verkennen het land, net als zakenmensen uit Europa die in alle rust de enorme mogelijkheden om te investeren kunnen ervaren. Het toerisme maakt dankbaar gebruik van de moderne infrastructuur -autowegen, havens, hotels- die wordt aangelegd tijdens het protectoraat, om het pittoreske land te ontdekken. En om het pittoreske te behouden wordt op 26 april 1912 de Service des Antiquites et Monuments Historiques opgericht,
De brief op de foto is gericht aan de chef van deze Service Jules Borély. Welke ambtenaar hem heeft geschreven is moeilijk te achterhalen, wel is de brief vertrouwelijk! Onderwerp 1 bevat de aanvraag voor de bouw van een 'Temple Protestant' op het plein door Lord Mclay uit Glasgow. Ik denk dat de brief nu meteen in de prullenbak zou belanden, maar in 1927 werd er op hoog niveau uitgebreid over gecorrespondeerd! Blijkbaar ontstaan er ergernissen over en weer tussen de Services des B-Arts en de gemeente, want in een kort briefje 'à titre purement officieux et confidentiel' is te lezen dat de 'representant local' zich bij zijn eigen bevoegdheden moet houden, te weten de Esthetique en het Urbanisme. Enkele dagen later geeft een ambtenaar, - 'M. Borély zelf is te druk'- het antwoord aan de protestantse gemeenschap. Men ziet geen bezwaar in de bouw van een 'Temple' maar toestemming geven voor een gebedshuis op deze plek zou de 'pittoreske autochtone rijkdom van de stad' aantasten en nadelige gevolgen hebben voor het toerisme. Het plein moet juist beschermd worden tegen het oprukkend modernisme -busstations, garage's en pharmacies-. Een gebedshuis voor het groeiend aantal toeristen vindt men gerechtvaardigd bijvoorbeeld bij de Mamounia of in de Palmerai, maar niet op een plaats die sinds jaar en dag 'gereserveerd is voor: (alles op één hoop!!) ezels, bedelaars, publieke meisjes, .....apen en berberdansers, die het plein versieren. Bijna 100 jaar later geen spoor van de 'temple', maar de toeristen vergapen zich nog steeds aan de berberdansers, de apen en de ezels.
*(http://www.persee.fr/docAsPDF/outre_1631-0438_2011_num_98_370_4545.pdf)